Forbidden Stories: onderzoeksjournalistiek zonder fact-check

Forbidden Stories: onderzoeksjournalistiek zonder fact-check

'Forbidden Stories', een soort conglomeraat van Europese onderzoeksjournalisten en in dit geval 17 Europese media, lanceerde vorige week een frontale aanval tegen Rwanda. In ons land namen de RTBF, Le Soir en Knack deel aan het onderzoek. De organisatie publiceerde een overzicht van al deze artikelen op hun Facebookpagina. Het nam ons ongeveer twee volle dagen in beslag om al deze artikelen te lezen en alle tv-reportages te bekijken. Wij runnen een klein videoproductiehuis in Kigali en volgen het nieuws in het Afrikaanse Gebied van de Grote Meren al sinds 1990. Momenteel zijn onze pijlen vooral gericht op de oorlog in Oost-Congo. De discussie over Rwanda zit al jarenlang muurvast: pro-regime onderzoekers en journalisten nemen het hierbij op tegen collega's die overtuigd zijn van het tegendeel. Plaats voor enige nuance en perspectief is hierbij onbestaande. Vele platitudes en clichés waarvan op de sociale media overvloedig gebruik gemaakt wordt, werden ook overgenomen door de traditionele media. Het regent ook bedreigingen en verdachtmakingen op de sociale media: zelf worden we vaak beschuldigd accolieten te zijn van het Kagame-regime. Gewoon al het feit dat we hier wonen en werken en vlot kunnen samenwerken met de overheid wordt door vele collega's in Europa al gewantrouwd. We zijn niet blind voor de tekortkomingen van het regime, maar indien we weerwerk bieden tegen argumenten en beschuldigingen van een aantal collega's buiten het land, worden we steevast met de vinger gewezen. Een universiteitsprofessor in Europa vergeleek me zelfs met Georges Ruggiu, een Belg die tijdens de genocide van 1994 meedraaide in de redactie van de haatradio RTLM. Ruggiu spoorde de Interahamwe (Hutu-extremisten) aan om Tutsi's te vermoorden. De prof zou dus makkelijk kunnen worden aangeklaagd voor laster en eerroof, maar we blokkeerden hem gewoon op Twitter en Facebook. Dit terwijl we tot dan toe bijna wekelijks of tweewekelijks van ideeën wisselden via WhatsApp. We hebben ons standpunt nooit verborgen: we praten met iedereen, we respecteren ook de vrijheid van meningsuiting, maar we gaan discussies niet uit de weg. Zeker niet wanneer de tegenpartij zich niet houdt aan de spelregels en zich baseert op foute argumenten en feiten. We beseffen ook heel goed dat de informatie die wij geven soms nogal eenzijdig is omdat we niet altijd toegang hebben tot alle actoren in een conflict. Zo hebben we bijvoorbeeld vrije toegang tot de M23-zone in Congo, maar worden we daarom beschuldigd pro-M23 te zijn door het regime in Kinshasa. Maar we hebben er geen problemen mee dat andere collega's, die de zaak van de M23 wantrouwen, ons beeldmateriaal en onze bevindingen gebruiken om hun eigen verhalen en bevindingen te balanceren. Zo zijn we ook van mening dat de journalisten van Forbidden Stories het recht hebben om te schrijven wat ze willen, net zoals wij het volste recht hebben om onze mening daarover te formuleren.

We zullen proberen om zo gevat mogelijk te reageren op de stellingen en de aanpak van Forbidden Stories, zonder veel namen te noemen, want daar heeft de doorsnee lezer volgens ons minder boodschap aan.

 Onderzoeksjournalistiek en deontologie van het beroep

Het Forbidden Stories-collectief beroept zich erop de traditionele aanpak van de beroepsjournalistiek en de algemene deontologische regels van het beroep te respecteren. Dit was in deze totaal niet het geval.

 Journalisten streven ernaar om nieuwe feiten uit de doeken te doen om de waarheid beter te kunnen illustreren. Journalistiek onderzoek moet zich ook richten op de meerdere versies die deze waarheid kan hebben, zodat die kunnen worden afgewogen. Op die manier krijgt de lezer of de kijker een beter beeld van de verschillende meningen binnen het conflict dat beschreven wordt. Deze principes werden in de artikelen van Forbidden Stories zwaar met voeten getreden.

Het eerste artikel van Knack over de rol en de zogenaamde pesterijen van de Rwandese ambassade in Brussel tegen opposanten is daar een goed voorbeeld van. Buiten het feit dat er niets maar dan ook niets nieuws in vermeld wordt, valt de journalist terug op een aantal feiten die vaak al jaren oud zijn, nooit echt bewezen konden worden en die gemeengoed zijn geworden in de retoriek van de Rwandese oppositie. Voorts baseert de journalist zich op een vijftal publieke zwaargewichten zoals Judi Rever, Michela Wrong, Filip Reyntjens en de medewerkers van Jambo SPRL in Brussel, waarvan het kleinste kind weet dat ze erg anti-Kigali zijn. Ze doen dit zonder het tegenwoord te geven van anderen die de bevindingen van deze mensen aanvechten. Dit terwijl ze voldoende tijd en middelen hadden om dit wel te doen. We weten heel goed dat ze als verweer op deze kritiek zullen aanbrengen dat ze een hele waslijst van vragen doorstuurden naar de woordvoerder van de Rwandese regering, net voordat ze hun serie zouden publiceren. We kregen te horen van het bureau van de woordvoerster van de Rwandese regering dat al die tijd de deuren van het land open hadden gestaan om deze feiten hier te komen checken en dat het niet hun taak was om het werk van deze journalisten te doen. Twee maanden geleden waren enkele journalisten van Forbidden Stories ook op bezoek geweest in Rwanda in het kader of onder het mom van een andere opdracht en hadden die zelfs gesproken met Yolande Makolo, de woordvoerster van de regering. Maar ze hadden verzwegen dat ze meewerkten aan het Forbidden Stories-onderzoek en lieten de kans om gerichte vragen te stellen totaal onbenut. Het argument dat de Rwandese ambassade in Brussel commentaar weigerde is ook erg zwak: ambassades reageren doorgaans niet rechtstreeks op open vragen van de media en verwijzen die door naar hun bazen in hun land van herkomst. We hebben een exemplaar kunnen inkijken van de vragenlijst die het collectief naar de OGS (Office of the Government Spokesperson) in Kigali doorstuurde. Deze vragen waren zo gedetailleerd en vaak zo suggestief dat deze dienst enkele weken de tijd had moeten nemen om zinnige en gecheckte feiten te kunnen opdiepen binnen de verschillende diensten die bij deze feiten betrokken waren geweest. Die tijd werd hen dus niet gegund, hetgeen het vermoeden doet groeien dat Forbidden Stories er al van uitging dat ze geen antwoord zouden krijgen. Dit terwijl er journalisten van het collectief in Rwanda waren geweest die deze kans ook onbenut hadden gelaten.

De vermoorde Rwandese journalist

 Het hele Forbidden Stories-verhaal wordt opgehangen aan het verhaal van een Rwandese journalist die eerder al had aangegeven dat hij vreesde voor zijn leven omdat hij kritische artikelen en YouTube-reportages had gepubliceerd. Hij had ook een tijdje in de gevangenis gezeten nadat hij in Congo was gaan praten met M23-deserteurs en krijgsgevangenen. Maar hij werd weer vrijgelaten. We ontmoetten deze collega verschillende keren op het terrein: de eerste keer toen hij ons in de sloppenwijk 'Banyahe' kwam vragen waarom we daar aan het filmen waren en of we geen beeldmateriaal van hem konden afkopen. Hij klaagde steen en been dat hij heel weinig geld verdiende, dat zijn oppositiecontacten in Nederland hem bijna geen geld stuurden om dit soort reportages te draaien en dat hij veel liever voor echte media zou willen werken 'omdat dit soort klussen hem alleen maar ellende zou gaan opleveren'. Onze nachtwaker en onze huishoudster woonden ook in deze wijk en ze vertelden ons dat de journalist in kwestie vijf dollar betaalde aan iedereen die de overheid durfde te bekritiseren. Zijn contacten in Nederland hadden hem ook verteld dat wanneer hij nuttig werk zou opleveren, hij nadien makkelijker naar Europa zou kunnen vluchten. Banyahe betekent 'beerput' in het Kinyarwanda. Er was in die wijk maar één toilet voor 5 of 6 woningen en de slum was gebouwd op gekraakte gronden die al stonden ingekleurd om er nieuwe verkavelingen op te bouwen. De krakers wisten dus al op voorhand dat ze maar tijdelijk in deze buurt zouden kunnen wonen. Sommigen onder hen hadden relocatiepremies ontvangen toen ze gedwongen moesten verhuizen uit hun vorige kraakwoningen. En de overheid gaf nieuwe flats aan bewoners buiten de stad. Maar niet aan degenen die voordien al relocatiepremies hadden ontvangen. Maar voor de oppositie stond deze wijk borg voor het zogenaamde feit dat arme mensen geen plaats hadden in het spliksplinternieuwe Kigali van Paul Kagame. De hele heisa rond Banyahe was dus voor een flink deel pure stemmingmakerij. Wij konden de journalist in kwestie geen andere job geven of beelden van hem kopen. Tijdens de covidperiode maakte hij ook deel uit van een klein groepje journalisten die beweerden dat enkele Rwandese soldaten een paar meisjes verkracht hadden in Banyahe. We hebben dat ook onderzocht om tot de vaststelling te komen dat het hier gewoon ging om een paar prostituees die niet akkoord gingen over de kostprijs van hun prestaties, waarna een van de soldaten hen een paar flinke oorvijgen gaf. De soldaten werden zwaar gestraft en uit het leger gezet. Maar van verkrachting was geen sprake geweest.

Een collega van deze man, die inmiddels naar het buitenland gevlucht is en nu meedraait in het Forbidden Stories-collectief, beweert dat de journalist 's nachts van de straat werd gereden en doelbewust werd geviseerd. Maar dit kan niet worden bewezen. We kennen de plaats van dit ongeval zeer goed: een kleine straat langs de hoofdweg tussen Sonatubes en het stadscentrum. Aan de andere kant van deze weg ligt een soort moeras. Dat zijn collega daar aan een garagist gevraagd heeft of er ongevallen gebeurd waren, kan bijna onmogelijk kloppen om de simpele reden dat daar geen garages in de buurt zijn. Dat de politie de pers op afstand hield om het proces van de chauffeurs van het ongeval te coveren, klopt volgens onze inlichtingen ook niet. Een ander feit is dat het zeer gevaarlijk is om in Kigali gebruik te maken van motortaxi's, waarmee dagelijks verschrikkelijke verkeersongevallen gebeuren. Zeker 's nachts wanneer er veel dronken chauffeurs op de baan zijn. De stelling dat de journalist doelbewust werd aangereden om hem te vermoorden staat dus op erg losse schroeven en werd bijna copy-paste overgenomen van diens collega die al naar Europa kon vluchten. Om deze kwakkelconstructie toch overeind te houden wordt er het verhaal van de vader van Diane Rwigara bij gehaald. Hij was een vroegere medewerker van Kagame die in onmin viel met zijn baas en ook omkwam tijdens een verkeersongeval. Zijn dochter beschuldigde het regime er ook van achter deze 'aanslag' te zitten. De kapstok waaraan Forbidden Stories dit project ophangt staat dus al te wankelen voordat het door de lezers of de kijkers geconsumeerd kan worden.

Oppositie

Het eerste artikel van Knack verdrinkt volledig in het narratief van de oppositie dat Rwanda moordbrigades op pad stuurt in het buitenland. Het NRC Handelsblad gaat nog een stapje verder. Zowel Knack als NRC slepen hier getuigen in hun onderzoek waarvan het bewezen is dat ze effectief meedraaiden in de Interahamwe-moordmachine die verantwoordelijk was voor de genocide in dit land. Eén van hen wordt geciteerd als een 'slachtoffer' dat een flinke klap in zijn gezicht kreeg buiten 'Tour & Taxis' in Brussel toen Kagame daar een toespraak kwam geven. Deze brave man heeft meer dan 1000 onschuldige slachtoffers op zijn kerfstok en werd daarvoor door de Nederlandse politie op een soort rode lijst geplaatst. Dat hij deze misdaden inderdaad pleegde staat als een paal boven water. Hij loopt momenteel nog altijd vrij rond in Nederland. Knack stelt de organisatie Jambo SPRL ook voor als een mediacollectief. We stellen ons daar vragen bij; de journalist had het voor zijn lezers allemaal een stuk beter kunnen kaderen door te vermelden dat Jambo werd opgericht door de kinderen van verschillende genocidemisdadigers die de ideologie van hun ouders willen levendig houden.

 Wrong en Rever

 Het werk en de bevindingen van Michela Wrong worden hoog in het vaandel gevoerd door de nieuwbakken onderzoekers en als we het goed begrepen hebben, heeft Wrong aan dit onderzoek meegewerkt als consultant. We hebben vroeger samengewerkt met Michela en ze heeft, volgens ons, het volste recht om te schrijven wat ze wil. Maar we gaan  niet  akkoord met een groot deel van de inhoud: ze baseerde zich bijna volledig op de uitspraken van Patrick Karegeya, de vroegere chef van de Rwandese inlichtingendienst en een van de de facto architecten van Rwanda's eerste interventie in Congo. Een hele slimme kerel die het aan de stok kreeg met Kagame en nadien naar Zuid-Afrika vluchtte waar hij zich aansloot bij generaal Kayumba Nyamwasa, een andere vroegere steunpilaar van het Kagame-regime. We hebben Karegeya een paar keer opgezocht in Pretoria en konden er urenlang en openlijk mee praten. Een keer waren we zelfs vergezeld door een diplomaat van de Belgische ambassade. De laatste keer dat we Karegeya ontmoetten was in Lubumbashi, nadat Joseph Kabila hem een lift had gegeven in zijn privéjet om in Congo met de FDLR te komen praten. Michela Wrong, die destijds nog een goede reputatie had in Kigali, viel voor het verhaal van Karegeya en liet na om achteraf zijn verhaal te gaan toetsen bij zijn vroegere strijdmakkers in Kigali. Dat is het enige verwijt dat we haar ooit gemaakt hebben. Op zich is dit natuurlijk wel een redelijk zware professionele fout. Want tot dan toe werd ze nog altijd hoog ingeschat in Kigali. Haar boek werd al vlug room op de taart van de Rwandese oppositie en droeg ertoe bij dat verschillende Europese journalisten haar bevindingen begonnen te gebruiken als de enige bron van waarheid. Dit terwijl sommige dingen die ze schrijft nooit bewezen konden worden of zelfs flagrant fout waren. Beter nog: een aantal van de beschuldigingen die ze naar voren bracht waren het werk geweest van Karegeya en Kayumba zelf, die de hele AFDL-story in Congo hadden georkestreerd en zich op deze manier konden witwassen door een aantal feiten te verdraaien. Maar daar lag geen hond van wakker.

Michela Wrong tot daar nog aan toe, maar iemand die Judi Rever aanhaalt en gelooft als geloofwaardige bron is volgens ons totaal fout bezig. Rever steekt het niet onder stoelen of banken dat de genocide werd uitgelokt door de Tutsi's en dat Kagame & co evenveel Hutu's vermoordden als dat er Tutsi's vermoord werden. Ze sloot zich daarmee aan bij onze landgenoot Peter Verlinden die intussen de VRT had omgetoverd tot een soort spreekbuis van de radicale Hutu-lobby in België en daar telkens ongestoord mee wegkwam. Rever stapelt in haar boek de leugens op: een deel daarvan hebben we zelf kunnen checken. Maar Rever wordt door Knack ook in een slachtofferrol geduwd. Haar leven zou in Brussel bedreigd worden door Rwandese moordcommando's. Wrong vervalt nadien in een gelijkaardige klaagzang als ze beweert dat de uitbaters van L'Horloge du Sud haar boekvoorstelling in hun zaak weigerden. De waarheid is dat deze uitbaters problemen in hun café wilden vermijden en iedereen wandelen stuurden. Het gebrek aan geloofwaardigheid van Rever wordt voor een stuk opgesmukt door de betere reputatie van Wrong en beide dames worden regelmatig naar voren gebracht op forums van Kigali-haters zoals de lui van Jambo SPRL, de vroegere ambassadeur van België in Rwanda, Johan Swinnen, enz.

Het NRC Handelsblad hangt het hele Forbidden Stories-verhaal op aan de zogenaamde 'lijdensweg' van de hele oppositiekliek die Victoire Ingabire omringt. Daarbij wordt met geen woord gerept over het feit dat Ingabire indertijd mee aan de basis lag van de FDLR, een gewapende groep van Hutu-extremisten in Congo. Ze stuurde ook geld naar die groep. Tegelijkertijd werd ook Jambo SPRL in het leven geroepen. Ingabire wordt in deze artikelen ook omschreven als een slachtoffer. Haar moeder wordt ook genoemd in genocidedossiers in Rwanda, maar dat is voor de journalisten gewoon het bewijs dat Kigali haar personage in een slecht en verdacht daglicht wilde stellen. Ingabire werkte indertijd nauw samen met Charles Ndereyehe, de man die de klap in zijn gezicht kreeg op de stoep van Tour & Taxis in Brussel en die hier in Rwanda honderden mensen liet vermoorden. Ndereyehe is een massamoordenaar die zich altijd uit de regen heeft kunnen houden. Dat hij door het NRC Handelsblad wordt neergezet als een slachtoffer van pesterijen is een rechtstreekse belediging aan het adres van de nabestaanden van de slachtoffers van zijn daden.

 Zuid-Afrika

Het tweede artikel van Knack waarin de huidige diplomatieke stand-off tussen Rwanda en België uit de doeken gedaan wordt, is een beetje beter dan het eerste omdat de meeste van de feiten die erin vermeld staan voor het Belgische publiek waarschijnlijk vrij nieuw zijn. Knack baseert zich hier waarschijnlijk bijna volledig op de bevindingen van hun RTBF-collega's die naar Zuid-Afrika reisden om daar te gaan checken wie de zoon van Hassan Ngeze, Thomas, vermoord had. En nadien ook diens Belgische vriend-advocaat (Pieter-Jan Saelens) die in Zuid-Afrika woonde en die door de familie van de jongeman gevraagd werd om te checken wat er gebeurd was met hun zoon. Saelens' lichaam werd in verkoolde staat teruggevonden door de Zuid-Afrikaanse politie.

Hassan Ngeze is de Rwandese Hutu-extremist die voor de genocide van 1994 de tien geboden van de Hutu's schreef, een extremistisch pamflet, een mini-bijbeltje voor Hutu-killers. Zijn zoon Thomas was ons, voordat hij naar Zuid-Afrika vertrok, komen opzoeken in Kigali en hij vertelde me toen dat hij met eigen ogen wilde zien hoe het land evolueerde. Er werd hem geen strobreed in de weg gelegd om mensen te bezoeken en rond te reizen. Hij vertelde me dat hij aanvankelijk het verhaal dat zijn vader en zijn vrienden onschuldig waren geloofde, maar dat hij zichzelf wilde vergewissen van de waarheid. Hij vertelde me ook dat in kringen van andere kinderen van genocidemisdadigers zeer negatief gereageerd werd toen hij hen vertelde dat hij naar Rwanda zou reizen. De Rwandese diensten hadden het totaal niet gemunt op deze jongeman. Niemand weet echter wat hem juist overkwam in Zuid-Afrika. En niemand weet hoe Pieter-Jan Saelens aan zijn einde kwam. Maar de perceptie creëren dat de Rwandese diensten er toch achter zaten is een oneerlijke journalistieke handeling. Vooral als je weet dat door klacht in te dienen bij de Belgische politie voor misdaden tegen Belgen in Zuid-Afrika dit ook diplomatieke gevolgen kan hebben.

Rusesabagina

Knack heeft het ook over Paul Rusesabagina, de vroegere manager van Hotel Diplomat in Kyovu en de interim-manager van het Mille Collines Hotel tijdens de genocide. Hij werd in een heldenrol geparachuteerd nadat de Hollywoodfilm 'Hotel Rwanda' werd uitgebracht. Maar het script van deze film strookte totaal niet met de werkelijkheid en zelfs de commandant van de VN-troepen die op dat ogenblik ook nog ter plaatse waren verklaarde achteraf dat het de VN-troepen waren die ervoor zorgden dat een aantal vluchtelingen in het hotel het debacle van de genocide overleefden. 'Shiny boy' Rusesabagina werd door de oppositie overgehaald om een nieuw rebellenleger te leiden dat werd samengesteld door Kayumba Nyamwasa's RNC (Rwandan National Congress), een fractie van de FDLR en Burundese Hutu-extremisten. Op YouTube verklaarde hij open en bloot dat gewapend verzet de enige manier was om het regime in Kigali ten val te brengen. Zijn rebellenlegertje werd vlug in de pan gehakt door het Rwandese leger maar was er toch in geslaagd om verschillende onschuldige burgers te doden. Rusesabagina werd in de val gelokt door de Rwandese veiligheidsdienst NISS en hij werd opgesloten in de gevangenis. Maar de Amerikanen bleven druk uitoefenen om hem vrij te laten en momenteel is de brave man terug op vrije voeten. De Amerikanen hebben echter nooit ontkend dat hij verantwoordelijk was voor de dood van bijna twintig onschuldige slachtoffers. Zijn dochter, Carine, ontpopte zich tijdens de campagne om hem vrij te krijgen al vlug tot een nieuwe mediaster. Net op dat moment publiceerde Knack een verhaal dat de telefoon van Carine Kanimba en enkele andere anti-Kigali figuren besmet waren met het Israëlische Pegasus-virus. De hele heisa over Pegasus is volgens ons totaal overroepen; in een tijdperk waarin ieders telefoon willekeurig of onwillekeurig kan worden gepirateerd door programma's zoals Pegasus (of andere programma's) klinkt dit bijna triviaal. In de realiteit bezondigen alle buitenlandse inlichtingendiensten zich hieraan. Om een klein voorbeeld te geven weten we bijvoorbeeld uit een heel goede bron dat de telefoons van de meeste politieke en militaire actoren in de Congolese Kivus worden gemonitord door ten minste vier of vijf buitenlandse diensten. De Rwandese oppositie in Brussel stuurt de radicale FDLR aan in Congo en bombardeert zich dus ook tot potentieel piratageslachtoffer. De FDLR staat officieel bekend als een terroristische organisatie en hun interacties en hun voorgeschiedenis met Jambo SPRL zijn algemeen bekend. De Rwandese NISS heeft hen bijgevolg scherp in de gaten. Dat ze zowel Jambo als de FDLR infiltreerden staat buiten kijf. Ze hebben dus niet eens telefoons nodig om te weten wat er speelt. En ze werden ook op voorhand verwittigd dat deze media-aanval zou gaan plaatsvinden. Piratages zijn de normaalste zaak van de wereld geworden en een feit waar niemand nog aan voorbij kan. Maar het Pegasus-verhaal was opnieuw slagroom op de taart van de Rwandese oppositie om er zwaar mee uit te pakken. Toch slaagt Knack en daarmee ook de andere media die meewerkten aan dit Forbidden Stories-project er opnieuw in om dit niet behoorlijk te kaderen. Ze surfen gewoon mee op de aangeboren paranoia van die kliek van hypochonders die hun tegenstanders overdreven demoniseren om zo meer play te krijgen in de media.

De enige zinnige reactie in het artikel van Knack kwam van de baas van de Belgische militaire inlichtingendienst die terecht insinueerde dat de Rwandese oppositie in België zich maar al te graag onderdompelt in dit soort paranoia. Hij geeft ook toe dat er in het verleden problemen waren in het milieu van de Rwandese diaspora maar dat deze situatie zich erg verbeterd heeft. Dat Brussel van boven op de lijst staat voor de Rwandese NISS is normaal: de radicale Rwandese oppositie wordt van hier uit gestuurd. Voor zowel de Amerikanen, de Chinezen, de Fransen en de Russen is Brussel ook erg interssant omwille van de aanwezigheid van de NAVO en de EU.

 

Schokeffect

 We dragen niemand een kwaad hart toe en het meer dan dertig jaar lang rapporteren van nieuws uit het Afrikaanse Gebied van de Grote Meren maakte ons cynisch genoeg om ons aan alles te kunnen verwachten. Maar dit project trok dus echt wel onze aandacht, vooral omdat zoveel media eraan meewerkten. Het schokeffect van deze operatie kan dus niet onderschat worden want de schade die werd aangericht is dus behoorlijk groot. Dit terwijl Rwanda er momenteel veel aan doet om de levensstandaard van zijn bevolking op te krikken, andere Afrikaanse landen te helpen met allerlei unilaterale en laterale deals, het toerisme hier erg belangrijk wordt, enz. Dat de pers hier niet even vrij is als in de meeste Europese landen is ook een feit, vooral om te voorkomen dat de haatmolen van vroeger opnieuw geactiveerd wordt. Kritiek leveren mag maar dan wel op een constructieve manier en zonder onder de gordel te boksen. Dezelfde haatmolen draait vandaag de dag op volle toeren in Congo en in Burundi en wordt mede gevoed door een aantal bronnen die Forbidden Stories aanhaalt als slachtoffers. Rwanda heeft ook een eigen politiek systeem ontwikkeld en noemt zichzelf een soort 'consensuele democratie', eentje waarin iedereen kan meedraaien met als enige voorwaarde dat ze het land niet opnieuw de dieperik zullen intrekken. Lui zoals Ingabire en organisaties zoals Jambo SPRL vallen binnen deze laatste categorie. Michele Wrong & co beschuldigen Rwanda van sportwashing (Visit Rwanda campagne en sponsoring van voetbalteams in Europa), het feit dat ze tegen jihadi’s vechten in Mozambique wordt afgedaan als een nieuw soort van Kagame kolonialisme, de oorlog in Congo zou vooral gevoerd worden omwille van de mineralen, enz. Niets ontsnapt aan de aandacht van deze kliek die op die manier intellectuele back up verschaft aan lui die Tuti’s vermoorden en vervolgen in Congo en openlijk dreigen met een regionale oorlog die de hele regio opnieuw kan omtoveren in een gigantisch slagveld.

We maken ons geen illusies dat deze tekst veel aan dit alles gaat veranderen. Daar zijn we te klein en te onmachtig voor. We hebben geen grote redacties achter ons staan en we beseffen heel goed dat onze kritiek ons nog verder in het bakje van pro-Kigali adepten zal duwen. Maar dat kan ons ook niet meer deren. We proberen vooral eerlijk te blijven. En we worden dus ook niet gefinancierd door de Rwandese overheid om propaganda voor hen te produceren.

Het portret van Rwanda dat in deze kranten wordt neergezet strookt niet met de werkelijkheid. Er lopen een aantal dingen fout in dit land en het regime maakte in het verleden ook zware fouten. Maar uit die fouten hebben ze veel geleerd; ze zijn een pak communicatiever geworden en ze denken nu eerst twee of drie keer na vooraleer ze een beslissing nemen. De vraag die we ons nu stellen is waarom de eindredacties van al deze kranten dit ongefundeerde project hebben kunnen laten passeren. Het komt er dus op neer dat Forbidden Stories zich in hun analyses heeft laten leiden door feiten die al veel langer bekend waren en die reeds herhaaldelijk gecontesteerd werden door de betrokken beschuldigden. Een universiteitsstudent die Chat GPT machtig is zou zo’n artikels in enkele uren kunnen klaar stoven.

Niets nieuws en totaal niets bewezen

Er zitten geen nieuwe feiten in dit onderzoek. Een andere vaststelling is ook dat ze hierbij zeer eenzijdig te werk zijn gegaan en zich omhuld hebben met het narratief van de Rwandese oppositie. Meteen kan ook gezegd worden dat ze zeer slecht op de hoogte waren van de algemene context en de voorgeschiedenis van dit hele verhaal. Wat ook meteen duidelijk werd is het feit dat de ervaren Rwanda- en Congo-kenners op deze redacties doelbewust niet bij dit onderzoek betrokken werden. Dat weten we uit heel goede bron van een paar collega-journalisten op deze redacties.

Forbidden Stories heeft ook nagelaten om onderzoek te doen op de plaats waar al deze zogenaamde 'misdaden' gepleegd werden, terwijl ze daar wel de middelen en de tijd voor hadden en in een paar gevallen ook journalisten ter plaatse hadden die dit hadden kunnen doen. Zich baseren op het onderzoek van een paar Rwandese journalisten die zich aanvankelijk lieten financieren door de oppositie in Nederland – een verantwoordelijke van die oppositie geeft in het NRC Handelsblad zelf toe dat ze er bij John Ntwali – de journalist die omkwam in dat verkeersongeval – op hebben aangedrongen om YouTube-reportages te blijven draaien en de journalist vertelde ons zelf dat ze hem daarvoor maar betaalden met apennootjes (zeer weinig geld, dus!). We schrijven dit niet voor de lol en we blijven respect hebben voor onze collega, maar het ziet er sterk naar uit dat de man gemanipuleerd werd en voor een stuk het slachtoffer werd van zijn eigen goedgelovigheid. Ntwali werd ook geïnterviewd door Al Jazeera en kreeg zo meer bekendheid. Dat maakte hem nuttiger om dit hele verhaal aan op te hangen.

Net zoals Michela Wrong had dit journalistencollectief zijn of haar eigen research kunnen doen op het terrein zelf. We zijn ervan overtuigd dat de Rwandese autoriteiten hen daarbij niet veel in de weg gelegd zouden hebben. De hele zaak doet ons denken aan een reportageploeg van Zembla die vorig jaar een reportage kwam draaien over de manier waarop Rwanda de subsidies uit Nederland gebruikt had om nieuwe gevangenissen te bouwen. De journalist die ze hadden opgestuurd was zo slecht op de hoogte van de Rwandese politieke en historische context en zat al zo vol van de vooroordelen die ze hem in Nederland hadden ingepompt dat hij in Kigali rondliep als een kip zonder kop (die zelfs zonder kop overal spoken zag). Deze man noemde zichzelf ook onderzoeksjournalist en hij baseerde zijn verhaal op dezelfde bronnen als de journalisten van Forbidden Stories. We fixten een aantal afspraken voor Zembla en indien de cameraman van deze crew niet een voormalige collega van ons geweest was, zouden we hen ter plaatse hebben laten vallen als een steen. Dit project is voor ons een regelrechte aanfluiting van de basisprincipes van de onderzoeksjournalistiek. We vragen ons af of de meeste journalisten die hierbij betrokken waren dit ook echt inzien. Ze brachten totaal niets nieuws en ze hebben hun hele theorie opgehangen aan zwevende feiten die ze niet konden bewijzen. Of wilden ze dit project gewoon aan hun CV toevoegen om in de toekomst nog beter betaalde jobs binnen te halen? We hebben de journalist van Knack (die we vrij goed kennen) al laten weten wat we denken van zijn schrijfsels en hij stuurde ons als antwoord dat hij zich daar niets van aantrekt en dat hij vrij is om te publiceren wat hij wil. Dat is ook zo, maar we hopen dat deze reactie hem toch aanzet tot nadenken. Meer kunnen wij niet doen.

We maken ons geen illusies dat deze tekst veel aan dit alles gaat veranderen. Daar zijn we te klein en te onmachtig voor. We hebben geen grote redacties achter ons staan en we beseffen heel goed dat onze kritiek ons nog verder in het bakje van pro-Kigali adepten zal duwen. Maar dat kan ons ook niet meer deren. We proberen vooral eerlijk te blijven. En we worden dus ook niet gefinancierd door de Rwandese overheid om propaganda voor hen te produceren. We hebben niets te verstoppen en staan open voor collega's die met ons op pad willen gaan in de regio. We concentreerden ons ook op wat in België en in Nederland gepubliceerd werd. Andere Forbidden Stories-journalisten baseerden zich zelfs op de uitspraken van mediacriminelen zoals Charles Onana die op de payroll staat van Patrick Muyaya, de Congolese minister van informatie, en wiens schrijfsels zelfs door fervente tegenstanders van Kigali worden afgedaan als pure fictie. Onze professionele middelvinger zal altijd klaar blijven staan om dit soort kwakkels te blijven bekritiseren. Dit artikel zal worden opgestuurd als opiniestuk naar een paar Vlaamse kranten. Maar we publiceren het ook op onze blog zodat we onze Nederlandstalige lezers sowieso kunnen bereiken.

 NB: Onze collega's van Jeune Afrique en Le Point in Frankrijk hebben ook al in detail gereageerd op het offensief van Forbidden Stories en/of Rwanda Classified. https://www.jeuneafrique.com/1573888/politique/rwanda-classified-une-enquete-a-charge/.  We zijn dus niet de enigen die reageren.

 

Adeline Umutoni & Marc Hoogsteyns, Kivu Press Agency – Kigali - Rwanda

 

Subscribe to Kivu Press Agency

Don’t miss out on the latest issues. Sign up now to get access to the library of members-only issues.
jamie@example.com
Subscribe